193 km |
Bergen |
Microcontinent Eiland Hoppen op de Fiets |
Vandaag voert de etappe van Aigle naar Châtel les Portes du Soleil, waarbij de renners door veel van de belangrijkste geologische eenheden van de West Alpen fietsen. De weg zal echter voor zowel de renners als de nieuwsgierigen niet eenvoudig zijn. Bereid je voor op een bende, met renners die hun benen testen op de langste klimdag tot nu toe in de Tour van dit jaar, en met fragmentjes van continenten en microcontinenten, continentranden, en diepe oceanen die komen en gaan op een allesbehalve goed-georganiseerde wijze. De renners zullen het grootste deel van hun dag bergop rijden, maar zullen daarbij diepe oceanische bekkens inrijden en slechts een paar keer even boven water komen om een hap lucht te nemen op gesteenten uit ondiepe oerzeeën en geïsoleerde stukjes continentale korst.
Microcontinent - Het eenvoudige verhaal
Als we de laatste 50 miljoen jaar aan deformatie in deze regio van de Alpen reconstrueren, dan komen we op een vrij eenvoudige geografie uit die bestond uit twee continenten (Europa en Groot-Adrië, onderdeel van de Afrikaanse plaat), twee continentale randen, twee oceanen die werden gescheiden door een microcontinent (Briançonnais).
De subductie van de Europeese Plaat onder de Afrikaanse Plaat die leidde tot de botsing tussen deze twee continenten heeft alle tussenliggende eenheden samengebracht en gedeformeerd in spectaculaire plakken (‘dekbladen’) van geplooid gesteente, gescheiden door breuken. En langs deze breuken zijn de dekbladen over elkaar heen geschoven en ten opzichte van elkaar verplaatst. Als die deformatie rechtdoorzee was geweest, zoals de opgestroopte ouw die beschreven is bij Etappe 7 (link), dan was het allemaal niet zo moeilijk geweest om ze in hun oorspronkelijke configuratie terug te puzzelen. Van Noord naar zuid zouden we achtereenvolgens zijn tegengekomen:
- A. Gesteenten van het Europese continent, waaronder de jongste sedimentaire gesteenten die bestaan uit geërodeerd en getransporteerd zand en grind uit de Alpen (de Molasse die we gisteren beschreven), maar ook van morenes en puin van gletsjers en ijskappen die ooit veel groter waren dan nu);
- B. Mariene sedimenten die afgezet zijn op de zuidelijke continentrand van Europa (die we in de Alpen kennen als de ‘Helvetische dekbladen);
- C. Diepmariene sedimenten en oceaankorst van de voormalige Valaisoceaan (die die Onderste Penninische Dekbladen worden genoemd);
- D. Kristallijne gesteenten van de korst van het Briançonnais microcontinent (de Middelste Penninische Dekbladen);
- E. Diepmariene sedimenten en oceanische korst en bovenste mantelgesteenten van de Alpiene Tethysoceaan (zie etappe 11 voor meer informatie over deze gesteenten) (de Bovenste Penninische Dekladen); en tot slot
- F. Gesteenten die langs de noordrand van Groot Adrië zijn afgezet.
Het verhaal is zelden eenvoudig
Gedurende de etappe van vandaag zullen de renners alle eenheden die hierboven beschreven zijn tegen komen, behalve dan de gesteenten van de Afrikaanse plaat, waarvoor ze door zouden moeten rijden naar de Zuid-Alpen en Dolomieten van Noord Italië. Maar terwijl de karavaan zich een weg baant van Bülle naar Aigle and up to Châtel rijden ze niet van A naar B naar C naar D om dan op E te finishen. In plaats daarvan sturen ze hun fiets van A naar B, dan naar E, terug naar B, om via D bij E terug te keren, en dan van C naar D naar B, naar A, weer naar B, om de eindigen in D. Het grootste deel van de dag bevinden ze zich in diepe oeroceanen, om slechts sporadisch even boven te komen voor een hap lucht op een eiland op een versplinterd microcontinent. Wordt de rust en orde in het algemeen klassement van de eerste Tourweek net zo door elkaar gehusseld door deze chaotische bende die het gevolg is van continentbotsing?
Waarom zo moeilijk?
Hoe kan het zijn dat deze tektonische eenheden zo door elkaar heen liggen, schijnbaar zo chaotisch? Als we proberen om de structuur van de Alpen te begrijpen en reconstructies te maken van de geschiedenis van dit (of ieder ander) gebergte, dan moeten we ons realiseren dat erosie door rivieren en gletsjers een groot deel van de oorspronkelijke ‘dekbladstapel’ heeft weggehaald. En dat veel van de belangrijke structuren verborgen liggen onder het oppervlak. Bij geologische reconstructies van gebergtegordels gebruiken we regels die helpen om de vorm van geplooide en gebroken gesteentepakketten te voorspelen en te beschrijven, en we weten veel van het gedrag van gesteenten tijdens deformatie. Veel kunnen we leren van het vergelijken van gebergtes, en van het namaken van gebergtes en van gesteentedeformatie in het laboratorium (zoals we deden in de etappe van gisteren (link). En computermodellen en methodes om via seismische golven de ondergrond in kaart te brengen helpen om de ontzettend complexe structuur in kaart te brengen en te begrijpen. Weet je bijvoorbeeld nog uit de beschrijving van de Jura van etappe 8 (link) dat dekbladen en plooigordels normaalgesproken aan de onderkant aangroeien? Alle dekbladen die al eerder tegen het gebergte waren aangeplakt (zoals eenheden C, D en E) kunnen daardoor ver getransporteerd worden, en keer op keer opnieuw verplooid of zelfs uit elkaar getrokken worden terwijl eenheden A en B onder het gebergte geschoven worden. Erosie verwijdert tijdens dit process de van boven naar beneden gesteente, en zo kunnen er zelfs ‘eilanden’ (die we met een Duits woord ‘klippen’ noemen) van exotische gesteenten boven op bergtoppen, en ‘vensters’ waarbij we door een bovenliggend dekblad in de onderliggende dekbladen gluren. Op deze manier is het van oorsprong continue dekblad van de korst van het Briançonnais microcontinent overgebleven als geïsoleerde plakjes gesteente in een zee van oceanisch gesteente dat er later ondergeschoven is. Met al dat geworstel door oceanen moet de Tour ook maar eens een waterfietscompetitie beginnen!
I am an Earth Scientist who harnesses the unique information encoded in the magnetic properties of geological materials to study tectonic, climate, ecological, and environmental processes.
Pete Lippert